Het is echt lente in Nesselande. De zon schijnt. Daarom weer tijd voor meer aandacht aan de tuin. Hierbij 50 verzamelde tips om alles in en rondom de tuin op een gezonde manier in leven te houden.
AANLEG GROENE ERFSCHEIDING
1.
Denk bij de aanleg van een afscheiding tussen uw tuin en die van de buren ook eens aan een haag. Dat hoeft geen kaarsrecht rijtje te zijn, maar kan een gevarieerde wintergroene beplanting van verschillende hoogten zijn met verrassende mogelijkheden voor de indeling.
Het is ook goed mogelijk hierin bloeiende struiken te verwerken. Met een groene tuinafscheiding oogt uw tuin meteen groter. Een groene af scheiding biedt vogels en kleine dieren een goede, niet afgesloten, leefplaats.
GROENE MUREN
2.
Staat u er wel eens bij stil dat er leuke tuin afscheidingsmaterialen zijn in beton- en natuursteen? indien goed geplaatst is zo’n afscheiding een leven lang praktisch onderhoudsvrij . stapelstenen leveren binnen twee jaar een muur als ‘groene waterval’ op, begroeid met klimop of andere klim- of hangplanten.
Een scherm van bamboe, dopheide of wilgentenen achter nieuwe aanplant is een goed alternatief waarmee u snel privacy creëert.
STEVIG HEKWERK EN EEN KLIMOP
3.
Een stevig hekwerk in gaasuitvoering is in twee jaar tijd onder het groen verdwenen. Wintergroene klimmers als klimop (bijvoorbeeld Hedera, er zijn wel 500 soorten in omloop), vuurdoorn (Pyracantha), kardinaalsmuts (Euonymus), rotsmispel (Cotoneaster) en passiebloem (Passiflora) eventueel gecombineerd met een heerlijk ruikende klimroos, zijn daarvoor geschikt.
HALFOPEN BESTRATING
4.
Overweeg daar waar het kan om in plaats van een dichte een halfopen bestrating te nemen, bijvoorbeeld voor paden. Uit milieu-oogpunt verdient een dergelijke bestrating de voorkeur omdat het waterdoorlatend is. Het helpt dus verdroging van de bodem te voorkomen. Het scheelt bovendien onderhoud omdat bij een goede aanleg onkruidgroei wordt voorkomen.
Materialen die zich goed lenen voor een halfopen bestrating zijn o.a. schors, schelpen, grind en split. Vraag advies over de benodigde dikte van de laag en de wijze van aanleggen.
ONKRUID OP HET TERRAS
5.
Op plaatsen waar een halfopen bestrating niet praktisch is en u kiest voor dichte bestrating (klein plaveisel of klinkers) kunt u onkruidgroei als volgt voorkomen.
Het kost wat inspanning maar het loont de moeite om het volgende te doen bij aanleg: voeg het terras met een combinatie van vijf delen heel fijn en goed droog zand (zilverzand) en een deel cement.
Veeg alle voegen goed dicht en benevel het terras licht met tussenpozen (bij gewoon natmaken spoelt het mengsel weg!). Zo krijgt onkruid geen kans. Breng bij voorkeur een laagje van dezelfde samenstelling aan onder het hele terras voor extra stevigheid en nog minder onkruidgroei.
VULZAND ZORGT VOOR MINDER ONKRUID
6.
Onkruid krijgt minder kans als u tussen de terrastegels vulzand gebruikt in plaats van brekerzand (dat is grof zand). Door de open structuur wordt regenwater sneller afgevoerd naar diepere la gen en krijgen onkruiden tussen de voegen minder groeikans.
ONKRUID VERWIJDEREN EN VOORKOMEN
7.
Regelmatig met een stevige bezem het terras of het pad vegen geeft onkruid weinig kans; de zaden krijgen op die manier minder gelegenheid tot kiemen. Stoepjes vegen heeft dus zo zijn nut!
ONKRUIDKRABBER EN ANDERE VERWIJDERMETHODEN
8.
De onkruidkrabber is voor kleinere oppervlakten een effectief stuk gereedschap. Tegenwoordig bestaan ze ook met lange stelen, zodat u het staand kunt doen.
Een ouderwetse en gemakkelijke manier is om het afkookwater van uw aardappelen of groenten over het onkruid te gieten. Dat overleeft het niet. Als u toch naar een onkruidbestrijdingsmiddel grijpt, onthoud dan dat er ook biologische (en goed werkende) onkruidbestrijders in de handel zijn.
GRONDDOEK
9.
In veel gevallen voorkomt het gebruik van gronddoek onder de halfopen bestrating materiaalverlies, vooral als de ondergrond drassig is, Bovendien voorkomt het doorgroei van lastige wortelonkruiden, Gronddoek is waterdoorlatend,
VOORJAARSSCHOONMAAK
10.
Voor wie de voorjaarskriebels krijgt: algen op het terras zijn gemakkelijk te verwijderen met een stevige bezem en heet water, eventueel met wat vloeibare groene zeep erbij of door schrobben met wat zand, Als de algenaanslag heel ernstig is, weet dan dat er biologische algendoders op de markt zijn. N.B. Chloor is voor schoonmaakwerk in de tuin uit den boze aangezien het giftig is voor planten en dieren.
TREDPLANTEN IN PLAATS VAN TEGELS
11.
Er zijn misschien plaatsen in de tuin waar u maar af en toe loopt. Bijvoorbeeld om ramen te zemen of op weg naar het composthoekje. Op die plaat- sen hoeft geen bestrating te liggen, maar kunt u ook denken aan het planten van tredplanten. Dat zijn planten die het heel goed kunnen hebben als u er zo nu en dan overheen loopt.
Vetmuur (Sagina), kruiptijm (Thymus), loopkamille (Chamae melum) en een aantal vetkruid – soorten (Sedum) en vedermos (Lotula) lenen zich prima voor deze toepassing .
GEZONDE BODEM ZORGT VOOR GROEI
12.
Gezond groeiende planten krijgt u al leen als u ze een goede bodem biedt. Wilt u meer weten over de conditie van de bodem van uw tuin, dan kunt u bij of via het tuincentrum een testje laten doen. Vooraf hierover even contact opnemen met uw tuin centrum is altijd verstandig.
Als het tuincentrum zelf de test uitvoert, neem dan voor een betrouwbaar resultaat op 3 tot 5 plaatsen (afhankelijk van de grootte en gevarieerdheid van uw tuin) een eetlepel grond uit de laag tussen 5-20 centimeter onder het oppervlak. Neem de aarde mee in schone (!) potjes of zakjes.
TUINGROND
13.
Goede tuingrond heeft een kruimelige structuur. Te zanderige grond wordt beter bewerkbaar en beter vochthoudend door doorwerking met humusachtige grond.
Te vette grond wordt beter bewerk baar en beter doorlaatbaar door doorwerking met een deel zand en een deel humusachtig materiaal.
BALKON TIPS
14.
Echte plantenliefhebbers maken ook van een balkon een ware oase. Matten van riet, dopheide, wilgentenen of bamboe als beschutting geven sfeer en privacy. Ruime potten of bakken van bijvoorbeeld aardewerk gevuld met goede grond (zie tip 17) geven het beste groeiresultaat.
Een biologische plantenvoeding, het toepassen van plantcombinaties (zie tip 35) en biologische gewasbescherming dragen bij aan milieuvriendelijk balkonbeheer. Een juiste plantenkeuze is mede afhankelijk van de ligging van uw balkon, Laat u daarover adviseren.
GOED VOEDSEL VOOR DE PLANTEN
15.
Een goed begin is het halve werk. Planten gebruiken ieder jaar een hoeveelheid voedsel. Vul in het voorjaar de basisvoorraad daarom aan bijvoorbeeld door het toedienen van een hoeveelheid koemest of compost. Bijvoorbeeld gft compost aangevuld met een biologische startmest.
De startmest zorgt, naast een gezonde groeistart, ervoor dat de voorraad bemesting tijdens het groeiseizoen omgezet wordt in voor de plant opneembaar voedsel .
DE ZUURGRAAD VAN DE GROND
16.
Van groot belang voor de voedselopname van planten is de zuurgraad van de grond, De meeste planten doen het prima op grond met een pH-waarde van 6,5. Laat de zuurgraad eens meten of meet hem zelf met een huistestset. Als de zuurgraad te laag is, gebruik dan bij voorkeur een biologische kalk, een verkeerde zuurgraad van uw tuingrond belemmert dat de bemesting die u geeft goed door planten kan worden opgenomen.
(BALKON)BAKKEN
17.
Voor grond die gebruikt wordt in bakken en potten op terras of balkon, is het van belang dat deze luchtig en vochtvasthoudend is. Potgrond op basis van kokosnootafval zorgt ervoor dat voedingsstoffen langzaam vrijkomen. Bemest de bakken met bijvoorbeeld biologische of gecoate meststoffen.
MULCHEN EN DE BODEM
18.
Een goede manier om de conditie van de bodem op peil te houden is het zogenaamde mulchen, het aanbrengen van een toplaag. Die toplaag zorgt ervoor dat de grond luchtig blijft en dat de grond beschermd wordt tegen weersinvloeden.
De mulchlaag kan bestaan uit een laagje plantaardig afval dat tussen de planten wordt gebracht. Daarvoor zijn bijvoorbeeld afgemaaid gras, halfverteerd blad en boomschors geschikt.
Dit zorgt voor een goede vochtigheidsgraad van de bovenlaag van de grond en het voorkomt onkruidgroei. Grove boomschors voorkomt bovendien dat katten uw tuin als kattenbak gebruiken.
VOEDINSSTOFFEN: DOSEER ZE GOED
19.
Veel mensen zijn geneigd ‘gul’ met plantenvoedsel om te springen. De voorschriften op de verpakking garanderen echter het beste resultaat en voorkomen onnodige milieubelasting. Niet gebruikte voeding spoelt immers uit in het grondwater. Wilt u een biologisch evenwicht in uw tuin bereiken, dan is het gebruik van organische voeding het meest geschikt.
GRASSOORTEN EN -VOEDING
20.
Kies voor uw gazon een grasmengsel dat past bij uw wensen. Voor een speelveld zijn andere soorten geschikt dan voor een siergazon. Ook voor een gazon is de zuurgraad van cruciaal belang (zie tip 16). Een gazon heeft bovendien voeding nodig. Vergeet niet dat u jaarlijks een tot anderhalve meter gras afmaait: de voeding die het gras heeft opgenomen moet wel worden aangevuld.
MOS IN HET GAZON VOORKOMEN
21.
Mosgroei in gazons kan in veel gevallen worden voorkomen. Een goede maaihoogte is daarbij van groot belang. Bijna iedereen maait te kort, waardoor het gazon wordt bloot gesteld aan zonnebrand. Waar gras afsterft neemt mos de plaats in.
De goede maaihoogte krijgt u als u de grasmaaier afstelt op 3 tot 4 centimeter boven de grond. Stel de maaier bij voorkeur af op een vlakke ondergrond, bijvoorbeeld op het terras.
MOS BESTRIJDEN
22.
Als er al mos aanwezig is in uw gazon dan is verticuteren de oplossing. Oftewel: de bovenste laag met een scherpe moshark als het ware uitkammen. Daarmee verwijdert u mos en brengt u meer lucht in de grond waardoor nieuw in te zaaien gras weer volop groeikans krijgt.
Verticuteren kan zowel hand matig, daar zijn speciale verticuteerharken voor, als machinaal. Als u een groot gazon hebt, is handmatig verticuteren wel erg zwaar: verticuteermachines zijn ook te huur.
SCHADUW GAZON
23.
Voor gazons die voor een groot deel in de schaduw liggen zijn speciale grasmengsels te koop. Deze bevatten o.a. veel roodzwenkgras dat in de schaduw prima gedijt. Een mengsel van graszaad voor speelgazons zal in de praktijk in de schaduw langzaam afsterven, waardoor mos en onkruid volop groeikansen krijgen.
BEPLANTINGSKEUZE
24.
Kies bij voorkeur voor een assortiment planten dat past bij de (van nature aanwezige) grondsoort. Planten die zich thuisvoelen op die grond zullen minder last hebben van ziekten of plagen en het over het algemeen goed doen. Hiermee voorkomt u boven- dien extra water geven. Vraag advies voor de juiste plantesoorten op de juiste grondsoort.
LEEFOMGEVING
25.
Houd als u planten gaat aanschaffen rekening met de plek waar u ze wilt zetten. Sommige planten doen het goed in de schaduw, andere in de zon. Sommige kunnen goed tegen een beetje wind, andere hebben absoluut beschutting nodig. Planten die op de verkeerde plek staan zijn gevoelig voor ziekten en plagen, met de milieugevolgen van dien.
BODEMBEDEKKERS
26.
Er zijn vele redenen om bodem bedekkers te kiezen: ze voorkomen uitdroging en beschermen het leven in de bovenlaag van de bodem, ze werken bovendien onkruidwerend en voorkomen ongewenst kattenbezoek. En zo’n bedekte border staat nog mooi ook. Bodembedekkers zijn er te kust en te keur, waaronder laaggroeiende rozensoorten, bodembedekkende coniferen en talloze heesters en vaste planten.
VLINDERLOKKERS
27.
Iedereen vindt het toch leuk om naar vlinders te kijken? Vlinders maken deel uit van de natuur. Om een breed spectrum aan vlinder soorten te behouden moeten er genoeg plantensoorten zijn om ze te voeden. Voor de siertuin zijn bijvoorbeeld geschikt: vlinderstruik (Buddleja), hemel sleutel (Sedum), koninginnekruid (Eupatorium), kogeldistel (Echinops), Zeeuws knoopje (Astrantia), duizendblad (Achiliea), kattestaart (Lythrum), bergamotplant (Monarda) en vlambloem (Phlox).
VOGELS
28.
Vogels vervullen een belangrijke rol in de tuin, ze eten namelijk enorme hoeveelheden schadelijke insecten. Plant daarom voor hen ook dingen die ze lekker vinden, zoals besdragende struiken en zaad dragers zoals hulst en vuurdoorn.
Vogels zijn bovendien dol op scharrelhoekjes, zoals houtwallen, heggen, bosjes en rondom de composthoop.
TUINVERLICHTING
29.
Als u tuinverlichting wilt installeren om ook ’s avonds van uw tuin te genieten denk dan eens aan het gebruik van:
a) zwakstroomverlichting
b) verlichting op zonne energie
c) een spaarlamp in een buiten lamp die veel branduren maakt.
Als u uit veiligheidsoverwegingen buitenverlichting plaatst komt verlichting met een bewegingsmelder uit energie oogpunt het meest in aanmerking.
AANSCHAF KUNSTSTOF TUINMEUBELEN
30.
Als u kunststof meubelen wilt aanschaffen, let dan op de kwaliteit. Niet alle kunststof is gelijk en goede meubelen gaan echt veel langer mee.
Met goed onderhoud blijven meubelen van goede kwaliteit bovendien jarenlang mooi. Regelmatige schoonmaak voorkomt dat vuil dieper in de kunststof dringt en er sterkere middelen aan te pas moeten komen.
Er zijn kunststof tuinmeubelen die aan het einde van hun levenscyclus door de fabrikant teruggenomen worden voor recycling, logisch eigenlijk, informeer daar dus naar.
N.B. Er zijn zelfs tuinbanken en picknicktafels te koop van gerecycled plastic. Een groot voordeel is dat die onderhoudsvrij zijn en weerbestendig. Het aanbod is nog beperkt, maar groeit.
HOUTSOORTEN VOOR TUINMEUBELEN
31.
Duurzame houtsoorten die geschikt zijn voor tuinmeubelen zijn robinia en tamme kastanje. Dit zijn Europese hardhoutsoorten die onderhoudsvrij zijn en waarvan de teelt onder controle staat. Hardhoutsoorten die gecontroleerd geteeld zijn, dragen vaak het FSC-keurmerk.
Als u de aanschaf van tropisch hardhouten meubelen overweegt, vraag dan zeker naar dit keurmerk, Goedkoper zijn grenen tuinmeubelen. Die kunt u met olie of met verf of beits op waterbasis behandelen.
ROTAN TUINMEUBELEN
32.
Rotan tuinmeubelen zijn van natuurlijk materiaal, dat bovendien komt van een snel groeiende plant. Nieuwe aanplant zorgt dus voor snelle vervanging. Naast milieuvriendelijk zijn ze bovendien betaalbaar.
SCHOONMAAK- EN ONDERHOUDSMIDDELEN VOOR TUINMEUBELEN
33.
Afhankelijk van het materiaal van uw tuinmeubelen kunt u met de volgende tips waarschijnlijk goed uit de voeten begin gewoon met een sopje met vloeibare groene zeep. Gebruik daarna olie voor houtsoorten, rotanolie voor rotan en (lijn)olie, beits of verf op waterbasis voor geverfde meubelen. Als u de ruimte heeft om tuinmeubelen ’s winters binnen te zetten, gaan ze beslist langer mee.
SNOEIEN
34.
Veel planten hebben regelmatig een snoeibeurt nodig voor een rijkere bloei, een betere conditie en om te zorgen dat de buren genoeg licht in hun tuin houden om hun planten goed te laten gedijen. Goed snoeien is echter eer kunst. Haal er een vakman of vakvrouw bij of koop een goed boek met snoeivoorbeelden. Het gebruik van goed gereedschap maakt het snoeien een stuk plezieriger en gemakkelijker en geeft een beter snoeiresultaat.
PLANTENCOMBINATIES TEGEN ZIEKTEN
35.
Om ziektes te voorkomen kiezen moes tuinbezitters vaak voor plantencombinaties waarbij de planten elkaars groei en bloei positief beinvloeden. Ook in de siertuin zorgen bepaalde combinaties voor prachtig resultaat, een paar voorbeelden:
1. Lavendel werkt antiluis bij rozen, Afrikanen bij de rozen voorkomen zowel luizen als aaltjes.
2. Oostindische kers is goed gezelschap voor veel planten, waaronder vruchtbomen. Het weert rupsen, slakken, mieren en muizen af.
3. Tijm weert luis (en is erg leuk als rand beplanting).
4. ideaal bij uw terras zijn citroenmelisse, vlierbes, een walnoteboom of een citroengeranium (kuipplant). Al deze bomen en struiken zijn mug verdrijvend
NESTKASTJES
36.
Een hele prettige manier om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te voorkomen is het plaatsen van een of meerdere nestkastjes voor insecteneters als kool- of pimpelmees, boomkruiper of grauwe vliegenvanger.
In uw tuin huizende vogels eten vooral in het broedseizoen ongelooflijke hoeveelheden luizen, rupsen en andere schadelijke insecten.
Vraag naar nestkastjes met het Vogelbeschermingslogo.
VAN SLAKKEN AFKOMEN
37.
Een veelvoorkomend probleem in de tuin is slakkenvraat. Vooral naaktslakken zijn grote eters. Niet dat de planten ervan dood gaan, maar mooi is anders. Vier milieuvriendelijke methodes om van slakken af te komen:
1. Cacaobonendoppen (gewoon in de handel), in een laag uitgestrooid tussen de planten geven een goede bescherming. Deze mulch laag biedt tegelijkertijd de voordelen zoals genoemd in tip 18.
2. De bierval: een ingegraven bord of glas met bier trekt slakken aan. Al drinkend sterven zij. 3. Biologische gel die u kunt uitsmeren om de rand van een bloemen of groentenbed, houdt de slakken er weg.
4. Een rommelhoekje in de tuin (voor potten, takken, blad etc.) is ideaal als egelverblijf. Een egel verorbert grote hoeveelheden naakt- slakken .
INSECTENETERS
38.
Lieveheersbeestjes, oorwurmen en vooral de larven van lieveheersbeestjes en zweefvliegen eten grote hoeveelheden luizen. En zweefvliegen bijvoorbeeld worden aangetrokken door Afrikaantjes.
Pissebedden, hoe onappetijtelijk ook, zijn effectieve schimmelbestrijders.
GEEF DE NATUUR EEN KANS BIJ EEN PLAAG
39.
Geef de natuur eerst een kans om een beginnende plaag tegen te gaan. een tuin die biologisch in evenwicht is, kan vaak zijn eigen problemen oplossen. Daarna voldoen biologische gewasbeschermingsmiddelen in de meeste gevallem prima en ze schaden het milieu niet.
Luizen, rupsen, spint en schimmels verdwijnen er vlot mee. Een knoflookaftreksel helpt bijvoorbeeld goed tegen meeldauw. Luizen kunt u afspuiten met een harde waterstraal. Tegen schimmels zijn ook preventieve biologische producten in de handel. Lees wel eerst goed de toepassingsvoorschriften
DOSERINGSVOORSCHRIFTEN
40.
Als u bestrijdingsmiddelen gebruikt, is het van groot belang om de doseringsvoorschriften strikt op te volgen. Maak ook niet meer aan dan u nodig hebt en gebruik het product niet vaker dan noodzakelijk. Uw tuin wordt door wat meer te gebruiken echt niet mooier, integendeel, overdosering veroorzaakt vaak schade aan blad of bloem. Pas extra op met bestrijdingsmiddelen in de buurt van water (zowel vijvers als sloten). Als deze middelden in het water terecht komen verspreiden ze zich zeer snel en bedreigen zowel planten als dieren in hun voortbestaan.
MIEREN WEG
41.
Mieren zijn ijverige maar door niet iedereen gewaardeerde beestjes. Als u ze bijvoorbeeld niet rond uw terras wilt, plant er dan een rijtje goudsbloemen omheen. van deze nostalgische eenjarigen zijn ze niet gecharmeerd.
ZELF COMPOST MAKEN
42.
Een eigen composthoop maken is niet moeilijk, in een paar weken maakt u zelf een mooie rulle basisvoeding voor de tuin die u anders zou moeten kopen. Het maakt bovendien ophalen, transport en het verpakken van deze compost overbodig.
Denkt u er wel aan dat niet alle gft-afval op de composthoop thuishoort. Laat u eerst goed informeren, een compostactivator is bijvoorbeeld wel een belangrijk ingrediënt terwijl regelmatig vermengen van de tuin- resten (met mestvork of grove hark) absoluut nodig is.
Grasmaaisel kan wel op de composthoop, maar pas op dat het geen natte koek vormt die compostering tegengaat.
GFT-COMPOST
43.
We zamelen met zijn allen zoveel groente- , fruit- en tuinafval in dat er in Nederland ruim voldoende gft compost te krijgen is. Deze compost vormt een goede basis voor zowel de sier als de groentetuin. Probeer het eens!
VIJVERPLANTEN VOORKOMEN ALGEN
44.
Zuurstofproducerende planten vormen samen met drijvende planten de basis voor een gezonde heldere vijver.
De planten zorgen voor filtering van het zonlicht, geven zuurstof af en nemen voeding op die anders door algen wordt benut. Daardoor wordt algengroei voorkomen.
ALGENGROEN EN VISSEN
45.
Vissen zijn leuk in een vijver, maar te veel of de verkeerde soort vis zorgt voor algengroei. Zorg dus voor de juiste vissoorten in uw vijver en zorg dat het er niet te veel worden. Goede vissoorten zijn bijvoorbeeld: winde, shubunkin, sluierstaarten, komeetstaart en goudvoorn. Omdat dit oppervlaktezwemmers zijn, vangen ze bovendien ook nog muggen weg.
VIJVER HEEFT RUST NODIG
46.
Een fontein of watervalletje met pomp geeft een extra dimensie aan een vijver. Maar laat u ze alleen werken als u in de tuin bent. De vijver heeft namelijk ook rust nodig. Daarnaast is vanwege het energieverbruik selectief gebruik wenselijk.
MOERASGEDEELTE IN VIJVER
47.
Door de aanleg van een moerasgedeelte in de vijver ontstaat een mooie gelei delijke overgang van water naar oever, waardoor de aanwezig heid van padden, salamanders en kikkers wordt bevorderd.
Op hun beurt zorgen deze amfibieën voor het verorberen van schadelijke insecten en slakken. Als u de vijver bij wilt vullen kunt u dat het best met regenwater doen. Dat past qua samenstelling en temperatuur het best bij het vijverklimaat.
Door een overloop aan de regenton te koppelen wordt de vijver automatisch bijgevuld.
VIJVER EN ALGENBESTRIJDING
48.
Mocht het ondanks de voorzorgsmaatregelen in tip 45 – 47 misgaan en er algengroei in uw vijver ontstaan, dan genieten biologische algenbestrijders de voorkeur. Ze zijn er volop.
ZACHT WATER EN EENREGENTON
49.
Regenwater is zacht water. Alles groeit er beter van. En het komt nog gratis uit de lucht vallen ook en op de juiste temperatuur. in een flinke regenton spaart u al gauw zo’n 200 liter gietwater voor uw border, kuipplanten en bloembakken. Een eenmalige investering zorgt jarenlang voor gratis gietwater i.p.v, ‘kostbaar’ leidingwater.
BESPROEIEN EN WATERGEBRUIK
50.
Met ons zorgvuldig gereinigde leidingwater willen we zuinig omspringen, en dus voorkomen dat het ongebruikt verloren gaat. Een sprinklersysteem kan daarbij helpen. En is erg gemakkelijk.
Zo’n systeem geeft gecontroleerd en gelijkmatig water en zorgt bij goede aanleg dat alle hoekjes van de tuin goed besproeid worden. Een keer in de week drie kwartier i.p.v. elke dag 10 minuten sproeien geeft trouwens een veel beter resultaat: een gezonde sterke en doorwortelde plant die tegen een stootje kan. En het bespaart water en geld. Doe iets aan lekkende kranen en slangen. Draai ze goed dicht of repareer ze. Een lekkende kraan die 10 druppels per minuut laat vallen verspilt op jaarbasis 2000 liter water! Geef planten nooit water op het warmste deel van de dag. Planten lopen dan kans op verbranding en veel water verdampt al voordat de plant er iets aan heeft gehad.


