Nesselande slibt dicht in de aan- en afvoerroutes. De N219 is reeds jaren bron van vertraging en de beoogde bouw van het Vijfde Dorp zal voor structurele file-infarcten gaan zorgen. Daarbij de zorgen om de verbreding/aanpassing van de A20 rondom Nesselande. Ook de lokale politiek horen wij niet over deze structurele fileproblemen.
Het project A20 Nieuwerkerk aan de IJssel-Gouda is bezig met het verder uitwerken van het vastgesteld Voorkeursalternatief uit de verkenningsfase. Daarbij volgen we het Kader Wegontwerproces van Rijkswaterstaat.
Hieronder worden de vier ontwerpstappen – die het project volgt – uitgelegd.
Ontwerp en FO
Het ontwerpproces start met het opstellen van het Functioneel Ontwerp (hierna FO). Hierbij kijken we onder andere naar hoe druk het gaat worden op de A20 aan de hand van verkeersprognoses. Op basis van deze en andere gegevens maken we een rijstrokenschema. Dit rijstrokenschema laat zien hoeveel rijstroken er op welke plek nodig zijn. Verder beschrijft het FO voor welke soorten aansluitingen en knooppunten we kunnen kiezen om de A20 te verbinden met andere wegen.
Op basis van het FO maken we het Elementaire Ontwerp (EO). Dit laat zien wat de benodigde ruimte is van een wegontwerp dat aan de richtlijnen voldoet. Met het EO worden ruimtelijke knelpunten inzichtelijk gemaakt die vervolgens in het Inpassend Ontwerp (IO) verder worden onderzocht.
‘De omgeving krijgt nadrukkelijk de aandacht in de derde stap van het ontwerpproces: het opstellen van een Inpassend Ontwerp (IO). We maken een analyse van de knelpunten die het EO zou opleveren in de omgeving. Per ruimtelijk knelpunt kijken we op welke manieren we dit kunnen oplossen of beheersen. De resultaten van deze knelpuntenanalyse verwerken we in het IO. We hebben dan een ontwerp van de verbrede A20, dat in de omgeving past’, zegt Gertjan Verlare, technisch manager van het project. Het IO gebruiken we als basis voor de effectstudies die we op verschillende gebieden uitvoeren. In de studies kijken we onder andere wat de plannen voor de A20 betekenen voor water, bodem, geluid, natuur, lucht en kabels en leidingen. Hebben de aanpassingen aan de A20 negatieve gevolgen op één van deze gebieden? Dan stellen de studies maatregelen voor om deze gevolgen te verminderen of te compenseren.‘
De maatregelen die we overnemen, krijgen een plek in een nog verder uitgewerkt ontwerp: het Integraal Inpassend Ontwerp (IIO). Bij het IIO wordt rekening gehouden met de inpassing van het technisch wegontwerp in de omgeving. Niet alleen de omgeving van nu, maar ook van de toekomst, aan de hand van ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. Het IIO publiceren we samen met het Ontwerpprojectbesluit (OPB). U kunt een zienswijze indienen op dit OPB en daarmee ook op het IIO. Het IIO vormt verder een basis voor de aanbesteding voor de realisatie van de te verbreden A20. Marktpartijen kunnen met behulp van dit ontwerp aangeven hoe en tegen welke kosten ze de aanpassingen aan de A20 willen uitvoeren.
Tijdens de ontwerpstappen worden eventuele nieuwe inzichten meegenomen in de uitwerking. Ook worden tijdens het ontwerpproces de regionaal bestuurlijke partners betrokken, zodat zij tijdig hun input mee kunnen geven. Via het participatiespoor worden belangenbehartigers zoals koepelorganisaties, maar ook omwonenden, individuele bedrijven en andere belanghebbenden geïnformeerd over de voortgang en in de gelegenheid gesteld te reageren. Dat reageren kan gaan om suggesties voor het ontwerp, maar ook eventuele zorgen daaromtrent. Alle reacties worden verzameld om afgewogen te kunnen worden bij de verdere uitwerking.